De vervanging van spelers is geregeld in § 5.9 van de Officiële Spelregels
Een nadere uitwerking van spelersvervangingen is vastgelegd in artikel 29 van het Reglement van Wedstrijden en in de artikelen 3-7 van het bestuursbesluit banken, coaches en vervangende spelers.
De uitzonderingen en aanbevelingen van de spelregels geven de ruimte bestaande mogelijkheden tot spelersvervangingen te beperken.
Op basis daarvan heeft het Bondsbestuur in zijn vergadering van 24 augustus 2020 het volgende bestuursbesluit vastgesteld.
Dit bestuursbesluit is van toepassing op de te spelen competitiewedstrijden in het top- en wedstrijdkorfbal in zowel de gemengde als de dameskorfbalcompetitie, met inbegrip van alle play-off- en beslissingswedstrijden.
- In de genoemde klassen mogen zonder goedkeuring van de scheidrechter acht spelers worden vervangen. De in het DWF vastgelegde beginopstelling is het uitgangspunt van de wedstrijd voor de telling van het aantal vervangingen.
Elke speler die in de vastgelegde beginopstelling voorkomt wordt geacht aan de wedstrijd te hebben deelgenomen. - Het is toegestaan de vervangen speler opnieuw aan de wedstrijd te laten deelnemen. Elke speler kan binnen de acht toegestane vervangingen onbeperkt worden vervangen.
- In wedstrijden zonder schotklok is het vervangen van een speler en het weer laten deelnemen aan het spel is alleen mogelijk bij een spelonderbreking, dus na een fluitsignaal van de scheidsrechter. In wedstrijden met schotklok mag voordat de scheidsrechter heeft gefloten voor de uitworp bij aanvang van de eerste helft, van de tweede helft of van een verlenging gewisseld worden. Op andere momenten is het alleen mogelijk bij een spelonderbreking, dus na een fluitsignaal van de scheidsrechter. Een speler die wordt vervangen mag op het moment van vervangen niet direct in het andere vak terug gewisseld worden.
- Nadat de in lid 1 genoemde acht vervangingen hebben plaatsgevonden mag een weggezonden of geblesseerde speler uitsluitend na goedkeuring van de scheidsrechter worden vervangen.
- Voor zover in dit bestuursbesluit geen afwijkende bepalingen zijn vastgesteld, blijven de inleiding genoemde bepalingen onverkort van kracht.
Dit besluit treedt in werking per 1 september 2020.