Het Bondsbestuur heeft in zijn vergadering van 13 mei 2019 het navolgende besluit genomen ten aanzien van het opnieuw vaststellen van wedstrijden zoals genoemd in artikel 10 van het Reglement van Wedstrijden.
- Bij het opnieuw vaststellen van de wedstrijd die niet zijn gespeeld zoals bedoeld in artikel 46 lid 1 onder a t/m d van het reglement van wedstrijden krijgt de wel opgekomen partij twee werkdagen de gelegenheid om een nieuwe datum en aanvangstijd door te geven aan de betreffende competitiemedewerker. Deze nieuwe datum moet minimaal 3 x 24 uur na de eerste werkdag na de speelronde liggen;
- Indien de thuisploeg niet is opgekomen wordt de opnieuw vast te stellen wedstrijd vastgesteld op het terrein (veld) / in de ‘thuishal’ (zaal) van de tegenstander. De vereniging op/in wiens accommodatie er gespeeld wordt zorgt daarbij voor een scheidsrechter en spelmateriaal; bij zaalwedstrijden betaalt de initieel niet opgekomen ploeg de kosten voor zaalhuur;
- Voor wedstrijden tegen zaterdagploegen is de zondag als nieuw moment niet mogelijk;
- Indien beide ploegen bij een wedstrijd voor de 1e of 2e keer niet opkomen wordt de wedstrijd vastgesteld op het terrein (veld) / in de “thuishal”(zaal) van de thuisploeg. De wedstrijd wordt vastgesteld op het eerstvolgende moment (weekend of doordeweeks) dat volgens het speelschema beschikbaar is.
- Indien beide ploegen bij een wedstrijd niet opkomen, en voor beide ploegen is het 3e keer (of vaker) van niet opkomen wordt in het schikkingsvoorstel geen uitslag genoemd, maar krijgen beide ploegen naast een boete elk 2 wedstrijdpunten in mindering voorgelegd, en wordt de wedstrijd niet meer vastgesteld.
Dit besluit treedt in werking op 1 juli 2019