Indien de tuchtcommissie een straf heeft opgelegd kent het Tuchtreglement de mogelijkheid hiertegen beroep in te stellen bij de (onafhankelijke) Commissie van Beroep. De voorzitter en leden worden door de Bondsraad benoemd. De commissie bestaat uit ten minste zeven leden, waaronder de voorzitter.
- Mr. J.M. Strating, algemeen voorzitter, marcelstrating@kpnmail.nl
- Mr. N. Aandewiel, plv. voorzitter
- D. van der Plicht, secretaris, lid, dvdplicht@gmail.com
- J. de Kok, plv. secretaris, lid
- R.M. Wolferink, lid
- Mr. D. Veenstra
- Mr. G. Hoekstra
De recente jaarverslagen staan op de Sharepoint omgeving van het KNKV.
Alleen “de betrokkene” kan beroep instellen. Is een persoon gestraft, dan kan alleen hij dat doen; is een vereniging gestraft, dan is het bestuur van die vereniging bevoegd.
Derden kunnen dus geen beroep instellen, ook niet een slachtoffer of iemand die aangifte heeft gedaan en die het met de uitspraak van de Tuchtcommissie niet eens is.
De Commissie van Beroep is bevoegd in beroep kennis te nemen van alle zaken, die in eerste aanleg door de Tuchtcommissie zijn behandeld. Er zijn echter beperkingen. Beroep kan worden ingesteld tegen een uitspraak van de Tuchtcommissie, indien het ten laste gelegde geheel of gedeeltelijk is aangetoond. Beroep is niet mogelijk:
- na vrijspraak;
- tegen een geregistreerde boeking als gevolg van een gele kaart;
- tegen een naar aanleiding van zo’n boeking opgelegde straf.
Het beroepschrift moet worden gericht aan de Commissie van Beroep en moet worden gezonden aan het Bondsbureau van het KNKV, cvb@knkv.nl, en wel binnen één week na de verzending van de schriftelijke uitspraak van de Tuchtcommissie.
Informatie over het instellen van beroep
a. Gestrafte persoon
Straf als gevolg van een rode kaart; dus dan gaat het om: een speler en “bankzitters”: een coach, een vervangende speler of andere tot de ploeg behorende personen, zoals een verzorger, trainer en anderen met een begeleidende taak; het kan ook gaan om een persoon, die is gestraft na een afzonderlijke aangifte; blz. 1 t/m 6.
b. Gestrafte vereniging
(Straf als gevolg van niet opkomen van een ploeg; staken van een wedstrijd; spelen met een ongerechtigde speler; het kan ook gaan om een vereniging, die is gestraft na een afzonderlijke aangifte; blz. 6 t/m 7).
a. Informatie over het instellen van beroep (gestrafte persoon)
Het gaat om personen, die gestraft zijn als gevolg van wegzending (rode kaart) door de scheidsrechter vóór, tijdens of na de wedstrijd.
Het kan ook gaan om personen, die na een afzonderlijke aangifte bij de Tuchtcommissie zijn gestraft, zoals een KNKV-functionaris, een verenigingsfunctionaris of welk lid van het KNKV dan ook.
1. Wie kan het beroep instellen?
Op grond van artikel 32-1a van het Tuchtreglement (hierna: TR) kan alleen betrokkene beroep instellen.
Het beroepschrift dient dus van de betrokkene, de persoon die is gestraft, afkomstig te zijn. Het komt voor dat een verenigingsbestuur of een bestuursvertegenwoordiger beroep instelt. In dat geval wordt het beroep niet-ontvankelijk verklaard. Dat wil zeggen dat de Commissie van Beroep het niet inhoudelijk mag behandelen.
Indien het beroepschrift per mail wordt verzonden is vermelding van naam, adres, KNKV-relatienummer, mailadres, huisadres, tel. nr. en leeftijd noodzakelijk. Indien het beroepschrift per post wordt verzonden geldt hetzelfde en dient het ook door betrokkene ondertekend te zijn.
Het beroepschrift moet worden ingediend binnen één week na de verzending van de schriftelijke uitspraak door de Tuchtcommissie. Zie ook punt 4.
Het is verstandig om met het beroepschrift te wachten tot de uitspraak van de Tuchtcommissie is ontvangen, immers, daarin staan haar overwegingen.
Overigens staat onderaan de uitspraak altijd informatie over de beroepsprocedure vermeld.
Natuurlijk mag betrokkene bij het opstellen van het beroepschrift geholpen worden.
Voorwaarde is dat de naam van betrokkene er onder staat. Indien een advocaat namens betrokkene een beroepschrift indient, mag hij dat uiteraard onder zijn eigen naam doen. Dat geldt ook voor één of beide ouders, indien het om een minderjarige gaat.
2. Waartegen kan beroep worden ingesteld?
Beroep kan worden ingesteld tegen uitspraken van de Tuchtcommissie “dat het ten laste gelegde geheel of gedeeltelijk is aangetoond” (artikel 32-1a TR).
Beroep is niet mogelijk:
– na vrijspraak;
– tegen een geregistreerde boeking (gele kaart);
– tegen een naar aanleiding van een boeking (gele kaart) opgelegde straf;
– tegen de uitspraak van de algemeen voorzitter van de Tuchtcommissie waarbij een voorlopige straf wordt opgelegd (artikel 24-5a TR);
– tegen de uitspraak van de algemeen voorzitter van de Tuchtcommissie op een bezwaarschrift inzake het door de scheidsrechter tonen van een gele kaart (artikel 21-1b TR);
– tegen de uitspraak van de algemeen voorzitter van de Commissie van Beroep op een verzoek om opschorting van een door de Tuchtcommissie opgelegde straf (artikel 32-5 TR);
– tegen de gevolgen van een straf: bijvoorbeeld het betalen van een aan een tuchtzaak verbonden onkostenvergoeding of, (bij wedstrijdzaken), het overspelen van een wedstrijd. Dat zijn geen straffen, maar bestuurlijke maatregelen, gebaseerd op een reglementsbepaling;
– door iemand anders dan “betrokkene” (zie punt 1); een “slachtoffer”, het bestuur van de andere vereniging, of een teleurgestelde scheidsrechter kunnen dus niet in beroep; dat geldt ook voor de bestuursorganen van het KNKV, ook als zij aangifte hebben gedaan.
NB: het komt voor dat de scheidsrechter een overtreding in de wedstrijd bestraft met een vrije worp of een strafworp, bijvoorbeeld: een verdediger duwt een doorgebroken speler die schiet en niet scoort; de scheidsrechter kent een strafworp toe; hij vindt de duw van dien aard dat hij geen aanleiding ziet de duw ook nog met een gele of rode kaart te bestraffen. Omdat de scheidsrechter de overtreding heeft gezien en een beslissing daarover heeft genomen is de Tuchtcommissie niet bevoegd te oordelen als aangifte hiertegen wordt gedaan.
3. Bij wie moet beroep worden ingesteld?
Ingevolge artikel 9-2 TR is de Commissie van Beroep bevoegd kennis te nemen van alle zaken, die in eerste aanleg door de Tuchtcommissie zijn behandeld, met uitzondering van:
– vrijspraak;
– een boeking naar aanleiding van een gele kaart.
De Commissie van Beroep is dus het orgaan dat over beroepszaken gaat.
Het beroep dient te worden gericht aan: Commissie van Beroep, p/a bondsbureau KNKV, Papendallaan 60, 6816 VD Arnhem. Het beroepschrift kan per post worden verzonden, of per mail aan: cvb@knkv.nl.
4. Beroepstermijn
Volgens artikel 32-3a TR dient het beroep schriftelijk binnen één week na de dag van de verzending van de schriftelijke uitspraak van de Tuchtcommissie in het bezit te zijn van het bondsbureau; zie punt 3. Uitstel is niet mogelijk. Wat wel kan is om binnen de termijn een pro forma-beroepschrift in te zenden en te vragen om een termijn waarbinnen de beroepsgronden moet zijn ingezonden. Zie punt 5.
Indien een beroepschrift te laat wordt ontvangen en daar geen geldige redenen voor zijn wordt appellant (dat is de indiener van het beroepschrift) in zijn beroep, zoals dat heet, niet ontvankelijk verklaard. Er vindt geen inhoudelijke behandeling plaats.
5. Beroep motiveren
Een beroepschrift dient gemotiveerd te zijn (artikel 13-5 TR). Beroep instellen zonder motivatie of – bijvoorbeeld – uitsluitend met als reden “dat de straf zo hoog is” zal niet leiden tot een inhoudelijke behandeling, maar tot een formele niet-ontvankelijkverklaring.
Indien het er naar uitziet dat het niet lukt om binnen de beroepstermijn een gemotiveerd beroepschrift in te zenden is het verstandig – binnen die termijn, zo mogelijk in overleg met de Commissie van Beroep – een pro forma-beroepschrift te sturen. De commissie bepaalt dan de termijn, waarbinnen het beroepschrift dient te worden aangevuld en wanneer de aanvulling in bezit van de commissie moet zijn. Wordt beroep ingesteld, dan dient het pro forma-beroepschrift te worden aangevuld met de beroepsgronden binnen de door de commissie gestelde termijn.
De termijn van betaling van de voorgeschreven vijftien rekeneenheden gaat – in dit geval – lopen op de dag na ontvangst van het pro forma-beroepschrift.
Iemand, die in beroep gaat, kan verklaringen van getuigen meezenden. In het beroepschrift verwijzen naar een getuige is te weinig. Het is tevens mogelijk om het beroep te ondersteunen met beeldmateriaal (foto’s; film; video; dvd e.d.). De commissie bepaalt of dergelijk beeldmateriaal op authenticiteit moet worden onderzocht, bijvoorbeeld door daar anderen, zoals de scheidsrechter en de andere ploeg, bij te betrekken.
6. Betaling kosten
Het beroepschrift wordt – ingevolge artikel 32-3b TR – pas in behandeling genomen nadat door betrokkene of zijn vereniging een bedrag van vijftien rekeneenheden (voor 2024/2025: een rekeneenheid is € 6,75; dus: € 101,25) aan het KNKV is betaald. Het bedrag moet overgemaakt worden conform de wijze zoals vermeld in de uitspraak van de Tuchtcommissie. De betalingstermijn eindigt veertien dagen na ontvangst van het beroepschrift. Hoe eerder het geld is ontvangen des te eerder de commissie inhoudelijk aan de slag kan gaan. Deze informatie over het betalen staat ook onderaan de uitspraak van de Tuchtcommissie.
Indien de Commissie van Beroep tot vrijspraak, schuld zonder straf of een lagere straf besluit, dan krijgt betrokkene het bedrag terug. Blijft in beroep de uitspraak in stand of wordt de straf verzwaard, dan vindt er uiteraard geen restitutie plaats.
7. Verzoek toezending van een kopie van de verklaringen
De Commissie van Beroep kan zo’n verzoek eerst behandelen nadat een beroepschrift is ontvangen en het beroep in behandeling is genomen (nadat er betaald is; zie punt 6). Wordt er een verzoek ingediend vóórdat er een beroepschrift is ingediend en nadat de Tuchtcommissie uitspraak heeft gedaan, dan wordt het verzoek door de CvB behandeld nadat het beroepschrift (zo nodig pro-forma) is ontvangen, de voorgeschreven 15 rekeneenheden zijn betaald en nadat er een verklaring is ontvangen dat aan de voorwaarden, behorende bij het inwilligen van het verzoek, is voldaan. NB: dus zonder beroepschrift, betaling en verklaring worden geen stukken verstrekt.
Zodra het beroepschrift is ontvangen stuurt het bondsbureau de voorzitter en de leden van de Kamer, die de zaak behandelt, een kopie van het beroepschrift en van de overige stukken.
Een verzoek om een kopie van de verklaringen wordt normaliter ingewilligd onder de volgende voorwaarden:
a. betrokkene en anderen gaan terughoudend met de informatie om;
b. betrokkene en anderen ondernemen in de richting van de “afzenders” direct noch indirect enige actie;
c. betrokkene belooft geen schermafbeeldingen te maken van de elektronisch beschikbaar gestelde verklaringen, noch deze op enige andere wijze te downloaden, vast te leggen, te kopiëren of anderszins te dupliceren.
Betrokkene dient vóór toezending de secretaris van de kamer, die de zaak behandelt, te melden dat hij de voorwaarden accepteert.
Indien de Commissie van Beroep het verzoek om toezending inwilligt, worden de “afzenders” daarvan tevoren op de hoogte gesteld.
Indien een betrokkene vraagt om toezending van een kopie van de verklaringen, het verzoek wordt toegewezen, met de voorwaarden door betrokkene wordt ingestemd en de stukken worden verzonden zal de beroepstermijn van één week vermoedelijk verstreken zijn. In dat geval zal de secretaris van de behandelende Kamer bij toezending van de stukken aangeven binnen welke termijn het beroepschrift kan worden aangevuld.
8. Opschorten straf (artikel 32-5 TR)
Het is niet zo dat door het instellen van beroep de tenuitvoerlegging van de straf automatisch wordt opgeschort.
Het is mogelijk om bij de algemeen voorzitter van de Commissie van Beroep, de heer mr. J.M. Strating, opschorting van de straf te vragen. Voorwaarden zijn:
– er wordt daadwerkelijk beroep ingesteld;
– de vijftien rekeneenheden worden binnen de gestelde termijn betaald.
De relevante gegevens van de heer Strating zijn: tel. mobiel: 06-11183659; mail: marcelstrating@kpnmail.nl.
Bij afwezigheid van de heer Strating neemt de heer mr. N. Aandewiel waar (mail: nielsaandewiel@gmail.com).
Zolang een verzoek om opschorting van de straf niet is toegestaan blijft betrokkene gestraft; hij zal dan bijvoorbeeld niet kunnen spelen of coachen.
9. Behandeling beroepschrift door een Kamer
Het beroepschrift zal worden behandeld door Kamer A of B van de Commissie van Beroep.
Kamer A bestaat uit:
dhr. Mr. N. Aandewiel, voorzitter, en de leden, dhr. mr. D. Veenstra en dhr. D. Van der Plicht (tevens secretaris).
Kamer B bestaat uit:
dhr. Mr. J.M. Strating, voorzitter, en de leden, dhr. R.M. Wolferink, dhr. J.G.L.M. de Kok en mw. Mr. G. Hoekstra (tevens secretaris).
Algemeen voorzitter is de heer mr. J.M. Strating en algemeen secretaris is de heer D. van der Plicht.
Het is mogelijk dat een speciale Kamer wordt samengesteld. Redenen kunnen zijn: de complexiteit of het specifieke karakter van een zaak dan wel het ontbreken van leden, bijvoorbeeld tijdens een vakantieperiode.
10. Duur behandeling beroep
De commissie streeft er naar binnen veertien dagen, nadat zij de stukken heeft ontvangen en het bericht heeft gekregen van het bondsbureau inzake de tijdige betaling, tot een uitspraak te komen. Dat lukt niet altijd. Oorzaken kunnen zijn:
a. de zaak wordt mondeling behandeld;
b. de zaak is complex;
c. de commissie moet veel informatie opvragen;
d. er wordt door appellant gebruik gemaakt van de mogelijkheid om een kopie van de verklaringen te vragen.
11. Behandeling beroep
In het algemeen zal de Commissie van Beroep een zaak schriftelijk afhandelen.
Uitgangspunten voor de beslissing zijn: de uitspraak van de Tuchtcommissie en het dossier.
Als de commissie aanvullende informatie nodig acht kan zij elk lid van het KNKV daarom vragen. Artikel 3-2 van het Huishoudelijk Reglement bepaalt dat elk KNKV-lid verplicht is de gevraagde informatie te verstrekken.
Indien de commissie essentiële informatie ontvangt, die van belang is of kan zijn voor het bepalen van haar eindoordeel, dan zal zij deze informatie voorleggen aan appellant, die dan de gelegenheid krijgt zich te verweren binnen een te bepalen (korte) termijn. De voorwaarden, als genoemd onder punt 7 zijn van toepassing.
Een mondelinge behandeling vindt plaats:
1. als de commissie het nodig acht;
2. als de commissie verwacht dat als straf een onvoorwaardelijke uitsluiting voor de duur van ten minste vijftien bindende wedstrijden, een ontzegging van ten minste drie maanden van het recht om één of meer functies uit te oefenen of een schorsing van ten minste drie maanden zal worden opgelegd;
3. op schriftelijk verzoek van de vereniging, waarvan betrokkene lid en/of coach is. Daarvoor geldt een bepaalde procedure. Verwezen wordt naar artikel 17 TR.
Indien aan de in punt 3 vermelde procedure niet wordt voldaan zal de mondelinge behandeling niet plaats vinden.
Aan een mondelinge behandeling zijn kosten verbonden. Indien punt 3 van toepassing is komen deze kosten ten laste van de vereniging, tenzij de commissie anders beslist; (artikel 17-1c en 29-9a TR).
De ervaring leert dat deze kosten in het algemeen tussen € 350,– en € 450,– liggen.
12. Wijziging tenlastelegging
De Commissie van Beroep is, net als de Tuchtcommissie, bevoegd de tenlastelegging te wijzigen (artikel 14-2c TR).
Indien daardoor de tenlastelegging wordt verzwaard of aangevuld is de commissie verplicht appellant in de gelegenheid te stellen zich te verweren.
Zonder wijziging van de tenlastelegging kan de commissie een andere wangedragovertreding, die bijvoorbeeld uit de stukken blijkt maar die niet ten laste is gelegd, niet bestraffen. Zonder aangifte geen zaak.
13. Straffen
Er kan alleen een straf worden opgelegd, die is te vinden in artikel 24-1 TR. De Commissie van Beroep heeft eertijds de Regels voor strafoplegging vastgesteld; al enige tijd is dat de bevoegdheid van het Bondsbestuur. In deze Regels staan per overtreder en per code aangegeven wat de minimum en wat de maximum straf is. Deze Regels zijn te vinden op de KNKV-site: www.knkv.nl < Regelgeving < Regels voor strafoplegging.
14. Mogelijkheden uitspraak
De Commissie van Beroep heeft de volgende mogelijkheden ter beschikking:
1. het ten laste gelegde is onvoldoende aangetoond: de uitspraak van de Tuchtcommissie kan niet in stand blijven: vrijspraak;
2. indien het ten laste gelegde voldoende is aangetoond:
a. de uitspraak van de Tuchtcommissie kan in stand blijven; de straf blijft gehandhaafd;
b. de uitspraak van de Tuchtcommissie kan niet in stand blijven:
1. een lichtere straf;
2. een zwaardere straf;
3. schuld zonder straf.
Het is ook mogelijk dat de Commissie van Beroep tot een combinatie komt: de uitspraak blijft gedeeltelijk in stand en gedeeltelijk niet.
Opgelet: een beroep kan dus ook leiden tot een zwaardere straf!
Bij vrijspraak of het omzetten van een straf (als gevolg van een rode kaart) in een boeking (gele kaart) past het bondsbureau de gevolgen, betrekking hebbend op de te betalen onkostenvergoeding, aan. Deze vergoeding bedraagt voor de rode kaart tien rekeneenheden en voor de gele kaart vijf rekeneenheden. De commissie heeft in overleg met het bondsbureau de notitie “tuchtzaken; de financiële kant van de zaak” vastgesteld; in deze notitie staat alles vermeld over de kosten, boetes e.d., betrekking hebbend op tuchtzaken. De notitie is ook op te vragen bij de secretaris van de Commissie van Beroep en staat op de KNKV-site.
15. Jurisprudentieregister
De Commissie van Beroep houdt sinds het jaar 2000 een jurisprudentieregister bij. In dit register worden, uitgesplitst per onderwerp, de belangrijkste uitspraken in het kort vermeld. Raadpleging kan helpen bij het bepalen van een oordeel of het zinvol is beroep in te stellen. Het register is te vinden via deze link.
De bedoeling van het register is om de Tuchtcommissie, de Commissie van Beroep en de leden van het KNKV behulpzaam te zijn bij het beoordelen van een lopende zaak en – voor de leden van het KNKV – bij het maken van de afweging of het instellen van beroep zinvol is.
De bedoeling van het register is ook om het reglementaire streven naar éénduidige rechtspraak te bevorderen.
16. Vindplaatsen en nadere informatie
Het Tuchtreglement is te vinden via deze link.
b. Informatie over het instellen van beroep (gestrafte vereniging)
Het gaat dan om een door de Tuchtcommissie opgelegde straf, die het gevolg is van:
– het niet opkomen van een ploeg,
– het staken van een wedstrijd of
– het spelen met een ongerechtigde speler.
Het kan ook gaan om een door de Tuchtcommissie opgelegde straf, die het gevolg is van een afzonderlijke aangifte bij deze commissie.
Het onder hiervoor onder punt a.1 t/m a.16 vermelde is van toepassing, met uitzondering van het volgende.
1. Wie kan het beroep instellen?
Alleen betrokkene kan beroep instellen. Omdat de vereniging wordt gestraft kan uitsluitend het bestuur of een bestuurslid namens het bestuur beroep instellen. Dus niet: iemand van de technische commissie (geen bestuurslid zijnde), een supporter, één of meer spelers/speelsters van de desbetreffende ploeg, de trainer/coach e.d. Er zal dan altijd een niet-ontvankelijkverklaring volgen.
6. Betaling kosten
Uitsluitend “de vereniging” dient het voorgeschreven bedrag van vijftien rekeneenheden te voldoen. In de regel zal dit door de penningmeester gebeuren.
11. Behandeling beroep
Indien het bestuur van de vereniging een mondelinge behandeling wenst is het voldoende daarvan melding te maken in het beroepschrift. Een apart verzoek (naast het beroepschrift) is niet nodig.
Nadere informatie is te verkrijgen bij:
Commissie van Beroep,
secretariaat: David van der Plicht,
Tel. 06-48772057
Mail: dvdplicht@gmail.com of via cvb@knkv.nl.
NB: de commissie verstrekt geen informatie over de haalbaarheid van een mogelijk in te stellen beroep. Die afweging dient betrokkene zelf maken.